Wat Europa wil bereiken met innovatiesubsidies

Als men het over innovatie heeft, komt vaak wel een van de ‘Big tech’-bedrijven aan bod. Amazon, Apple, Facebook, Google en Microsoft worden vaak gezien als pioniers op het gebied van innovatie. Het klassieke beeld is dat de private sector hip en innovatief is terwijl de publieke sector bestaat uit logge bureaucratische instellingen die met strakke wetgeving het creatieve proces rondom innovatie afremmen. Dit terwijl overheden flinke subsidiebedragen beschikbaar stellen voor onderzoek en innovatie. Klopt dit klassieke beeld wel? En waarom stellen overheden vaak enorme bedragen beschikbaar voor onderzoek en innovatie?

Sturen van de markt

Europa kondigde onlangs Horizon Europe aan. Met dit kaderprogramma stelt de EU een bedrag van €95,5 miljard beschikbaar voor onderzoek en innovatie, bijna 25% meer dan zijn voorganger Horizon 2020. Om in aanmerking te komen voor deze subsidies, dient het onderzoek of de innovatie bij te dragen aan een van de 5 missies die Europa hieraan verbonden heeft. De 5 missies zijn gefocust op 1) kanker; 2) adaptatie van klimaatverandering en maatschappelijke transformatie; 3) gezonde oceanen, zeeën en binnenlandse wateren; 4) slimme en CO2-neutrale steden en 5) bodemkwaliteit en voedsel. Missies die zorgvuldig uit zijn gekozen door de EU. Met subsidies proberen overheden dan ook bedrijvigheid te stimuleren op onderwerpen die zij belangrijk achten. Met Horizon Europe bijvoorbeeld, wil Europa onderzoek aanjagen en ontwikkelingen versnellen op de 5 missies. Zo stimuleert Europa onderzoekers en ondernemers die willen bijdragen aan een duurzamere, groenere, inclusievere en gezondere samenleving.

Baanbrekende innovatie

Het zijn gigantische bedragen die geïnvesteerd worden in onderzoek en innovatie. Waarom? Overheden investeren zulke enorme bedragen omdat het leidt tot baanbrekende innovaties. Neem bijvoorbeeld uw smartphone, waarvandaan u wellicht deze tekst leest. Veel van wat de smartphone ‘smart’ maakt, was niet ontwikkeld zonder overheidssteun. Internet, 3G, GPS, Nano-chips en zelfs de techniek achter spraakbesturing is ontwikkeld met (Amerikaans) overheidsgeld. Soms blijkt na ontwikkeling dat de innovatie of het onderzoek nog veel breder toegepast kan worden. Internet is bijvoorbeeld een uitvinding van het Amerikaanse Ministerie van Defensie om satellieten met elkaar te laten communiceren terwijl het nu gebruikt wordt om de wereld digitaal met elkaar te verbinden. Dit illustreert het belang van innovatie. Kenmerkend voor publieke investeringen is dat deze vaak naar projecten gaan die bijvoorbeeld een lage slagingskans hebben, niet winstgevend genoeg lijken, of projecten die simpelweg te veel tijd en geld zouden kosten. Kortom, projecten die onaantrekkelijk zijn voor private partijen om te financieren vanwege deze risico’s. Echter, zulke risico’s zijn vaak wel aanwezig gedurende de ontwikkelfase. Met subsidies maken publieke partijen het juist mogelijk dat deze risicovolle projecten toch van de grond komen.  Het beeld dat de overheid innovatie afremt, is dan ook een hardnekkige mythe.

Geopolitieke noodzaak

Prestige

Daarnaast hebben subsidies ook een geopolitieke noodzaak. Het is niet toevallig dat de eerdergenoemde technologische ontwikkelingen en de ‘Big tech’-bedrijven allemaal van Amerikaanse komaf zijn. De Verenigde Staten zijn koploper in de wereld als het gaat om het subsidiëren van onderzoek en innovatie. China volgt en Europa komt op een derde plek. De Verenigde Staten stellen zulke enorme bedragen beschikbaar omdat baanbrekend onderzoek en innovatie aanzien geeft op het wereldtoneel. De ruimtewedloop in de jaren ’60 en ’70 tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie is zo’n prestigeproject geweest. Centraal stond de vraag wie als eerste iemand op de maan kon krijgen. Inmiddels is het antwoord bekend en staan de Verenigde Staten hiermee in alle geschiedenisboeken. Tegenwoordig zijn de ‘Big tech’-bedrijven het visitekaartje van de Verenigde Staten en laten ze hier wereldwijd mee zien tot welke vooruitgang ze in staat zijn.

Concurrentievermogen

Naast aanzien op het wereldtoneel, leiden subsidies ook tot een versterkte concurrentiepositie. Onderzoek en innovatie gaan altijd over vooruitgang, een verbetering ten opzichte van de situatie daarvoor. Bedrijven kunnen met subsidies bijvoorbeeld hun producten kwalitatief verbeteren, of juist goedkoper maken door een geautomatiseerd proces te ontwikkelen. Deze verbeteringen noemt men incrementele innovatie en maken producten aantrekkelijker ten opzichte van de concurrentie.

Daarnaast versterken subsidies ook nog op een ander manier het concurrentievermogen. Eerder werd benoemd dat subsidies kunnen leiden tot baanbrekend onderzoek en radicale innovaties. Kenmerkend voor baanbrekend onderzoek en radicale innovatie is dat het compleet nieuwe markten creëert. Toen Ford bijvoorbeeld de eerste auto produceerde, was dit een nieuw product in een compleet nieuwe markt waar geen directe concurrentie was. Andere voorbeelden zijn de telefoon en het internet maar ook het vliegtuig en de iPad. Voor baanbrekende innovaties geldt dat het nieuwe producten zijn die een nieuwe markt creëren zonder directe concurrentie en/of alternatieven. Het gevolg is een monopolie. Concurrentie zal op den duur volgen – Ford is immers ook niet meer de enige autoproducent – maar het geeft een enorme voorsprong op de mogelijke concurrentie.

Bescherming tegen buitenlandse invloeden

Daarnaast kunnen subsidies ook een ander geopolitiek doel dienen. Baanbrekende innovaties kunnen, naast het creëren van nieuwe markten, ook de wereld compleet veranderen. Zoals het internet en de telefoon. Deze uitvindingen hebben ervoor gezorgd dat de wereld meer dan ooit met elkaar verbonden is. Een innovatie die de wereld opnieuw compleet kan veranderen, is het 5G-netwerk. De vraag is welk bedrijf deze verandering teweeg zal brengen? Op dit moment zijn het Finse Nokia, het Zweedse Ericsson en het Chinese Huawei de voornaamste bedrijven die werken aan de ontwikkeling van het 5G-netwerk. De EU staat echter sceptisch tegenover de uitrol van het 5G-netwerk door Huawei in Europa. Onduidelijk is namelijk de invloed van de Chinese overheid – die niet bekend staat om haar vrije waarden en democratie – op het bedrijf Huawei. Hierdoor is spionage niet uit te sluiten. Europa kan echter ook niet achterblijven als de wereld overstapt op het 5G-netwerk. Wel kan Europa met subsidies bedrijven als Ericsson en Nokia subsidiëren om de ontwikkelingen omtrent het 5G-netwerk aan te jagen. Door het stimuleren van de interne markt kan Europa zijn interne markt beschermen tegen mogelijke onwenselijke invloeden van buitenaf.

Subsidies kunnen voor allerlei zaken gebruikt worden. Of het gaat om het beschermen van de interne markt, prestigeprojecten, het sturen van de markt of het stimuleren van de Europese vrij waarden, (Europese) subsidies zijn er voor alle onderzoekers en ondernemers die bij kunnen dragen aan een duurzamer, groener, inclusiever en gezonder Europa. We kijken daarom graag wat we voor u kunnen betekenen, zodat wij u kunnen helpen om Europa toekomstbestendiger te maken!

Icoon persoonlijk advies

Persoonlijk advies?

Icoon persoonlijk advies