Bij een behoorlijk deel van de subsidieregelingen moet er een zogeheten mkb-verklaring worden ingevuld. Hiermee moet worden aangetoond dat de aanvrager(s) kwalificeren als mkb-onderneming. Het kan zo zijn dat er een mkb-toets ingevuld dient te worden.
Deze verklaring kan van belang zijn om überhaupt in aanmerking te komen voor de desbetreffende subsidie en kan daarnaast van invloed zijn op de hoogte van de te krijgen subsidie. Afhankelijk van de omvang van de onderneming zijn er namelijk opslagen mogelijk. Dat wil zeggen dat er voor bijvoorbeeld kleine ondernemingen een opslag van 10% geldt boven op het standaard percentage voor de relevante regeling.
In Nederland hanteert men Europese criteria. Dit komt in het kort neer op het volgende:
Tot de categorie kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (kmo’s/mkb) behoren ondernemingen waar minder dan 250 personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet minder is dan € 50 miljoen of het jaarlijkse balanstotaal niet hoger is dan € 43 miljoen.
Dit betreft de bovengrens. Om terug te komen op de verschillende categorieën verwijzen we naar onderstaand overzicht.
Let op: het aantal werknemers is een harde eis. Een onderneming kan wel kiezen om of te voldoen aan de drempel aangaande de omzet of die voor het balanstotaal.
Het kan direct duidelijk zijn of een onderneming als mkb kwalificeert. Dit is vaak snel duidelijk als het gaat om een zelfstandige onderneming. Soms wordt het complexer, dit is met name zo indien er sprake is van partnerondernemingen of verbonden ondernemingen. Afhankelijk van de situatie dient rekening te worden gehouden met: i) alleen eigen cijfers; ii) een deel van de cijfers als er sprake is van een partneronderneming, of iii) alle cijfers van elke onderneming waarmee zij verbonden is.
Hieronder worden kort de definities van de drie varianten uiteengezet. Let op: Het betreffen globale richtlijnen, in bepaalde gevallen gelden er net wat afwijkende regels. Neem dan ook altijd goed de volledig hiervoor geldende definities door als deze toets moet worden doorlopen.
Er zijn bepaalde uitzonderingen rondom de 25% drempel mogelijk. Dit is het geval als de investeerder een participatiemaatschappij, universiteit, onderzoeksinstelling of kleine overheid is.
Een onderneming die financiële banden heeft met andere ondernemingen zonder dat er effectief direct of indirect zeggenschap is over een andere onderneming. Deze categorie is geen zelfstandige onderneming en ook niet met een ander verbonden.
Ze kwalificeren als partneronderneming indien:
Indien een onderneming als partneronderneming wordt aangemerkt moet het gehouden belang, bijvoorbeeld 20%, worden opgeteld bij de eigen cijfers. In dit geval 20% van de werkzame personen, omzet, en balanstotaal. In geval van meerdere partnerondernemingen dient dit voor ieder van hen te gebeuren.
Hierbij is er sprake van een groep omdat een onderneming direct of indirecte zeggenschap heeft over meer dan 50% van de stemrechten of omdat er een overheersende invloed kan worden uitgeoefend. Een volle dochteronderneming is een voorbeeld hiervan.
Er is sprake van een verbonden onderneming als aan een van de volgende criteria wordt voldaan:
De cijfers van deze ondernemingen moeten volledig bij elkaar op worden geteld.
Behoefte aan meer achtergrond? Volg dan deze link of neem contact met ons op.
Locaties
Utrecht
Papendorpseweg 97
3528BJ Utrecht
+31 88 0456784
Rotterdam
The Mark Offices,
Fascinatio Boulevard 204, 3065WB Rotterdam
Inschrijven nieuwsbrief
Blijf op de hoogte van het laatste nieuws rondom subsidieregelingen