Het najagen van financiering voor grensverleggende ideeën in onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten, is een essentieel vraagstuk voor veel ondernemingen. Bij Balance begrijpen we de uitdagingen waarmee ondernemers worden geconfronteerd bij het realiseren van nieuwe ideeën en initiatieven.
Subsidies vormen een krachtig instrument om ondersteuning te bieden voor ambitieuze onderzoeks- en ontwikkelingsinitiatieven, vaak in de vorm van staatsteun. Staatssteun is het direct dan wel indirect verstrekken van financiële steun (zoals subsidies of andere steunmaatregelen) aan ondernemingen, publieke-/onderzoeksinstellingen en (non-profit)organisaties door overheden. Het landschap van staatssteun kan echter complex en verwarrend zijn en kan leiden tot concurrentieverstoringen in de Europese Unie. Hier komt de steunintensiteit, afgeleid van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening (AGVV), als leidraad in beeld.
De AGVV bepaalt in welke mate onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten kunnen profiteren van financiële ondersteuning. Het gesteunde deel van een project in de categorie fundamenteel onderzoek, industrieel onderzoek, experimentele ontwikkeling of haalbaarheidsstudies, kan vallen onder bepaalde toegestane steunintensiteit. In deze blog gaan we dieper in op de vraag welk type onderzoek onder welke AGVV categorie van artikel 25 en de bijbehorende steunintensiteit valt.
De eerste categorie omvat fundamenteel onderzoek, waarbij de focus ligt op het vergroten van de wetenschappelijke kennis zonder directe praktische en commerciële toepassingen in gedachten. Deze categorie verwijst naar (theoretische) werkzaamheden die hoofdzakelijk worden uitgevoerd met als doel nieuwe kennis te verwerven over de fundamentele aspecten van verschijnselen en waarneembare feiten.
Een voorbeeld is onderzoek van een tech bedrijf, waar wetenschappers genetische mutaties bestuderen die auto-immuunziekten veroorzaken. Hun experimenten helpen bij het ontrafelen van de genetische basis van auto-immuunreacties. Ze willen daarbij begrijpen hoe specifieke genetische veranderingen leiden tot deze ziekten. Hoewel het doel primair kennisvergroting is, kunnen de bevindingen van dit fundamentele onderzoek op lange termijn bijdragen aan een dieper begrip van deze aandoeningen. Daarnaast kan het mogelijk leiden tot nieuwe behandelingsstrategieën, maar dat is niet het primaire doel van dit type onderzoek.
De AGVV biedt voor Fundamenteel Onderzoek ruimte voor een maximale steunintensiteit van 100% (Deel 4, artikel 25, B5a).
De tweede categorie behelst industrieel onderzoek. Hierbij worden inzichten uit fundamenteel onderzoek vertaald naar praktische toepassingen. Het gaat hier om planmatig of kritisch onderzoek dat is gericht op het opdoen van nieuwe kennis en vaardigheden met het oog op de ontwikkeling (of aanmerkelijke verbetering) van nieuwe producten, processen of diensten (inclusief het digitale domein).
Een voorbeeld van industrieel onderzoek is te vinden in de volgende case: Onder het Kansen voor West-programma, werd een project geïnitieerd voor een periode van twee jaar. Dit project concentreerde zich op onderzoek naar het gebruik van satellietdata ten behoeve van de landbouw. Het hoofddoel was om door middel van zeer nauwkeurige observaties de landbouwopbrengsten te verhogen en het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen te verminderen, twee cruciale doelstellingen in de landbouwsector.
De AGVV biedt voor Industrieel Onderzoek ruimte voor een maximale steunintensiteit van 50% (Deel 4, artikel 25, B5b). Daarnaast zijn verschillende opslagen mogelijk, zie het kopje Opslagen.
De derde categorie, experimentele ontwikkeling, richt zich op het omzetten van concepten in producten of processen. Dit kan onder andere taken omvatten die gericht zijn op het bedenken, plannen en documenteren van nieuwe producten, processen of diensten. Daarnaast kan experimentele ontwikkeling activiteiten bevatten zoals prototyping, demonstraties, pilotontwikkeling, testen en validatie in omgevingen die representatief zijn voor het functioneren onder reële omstandigheden.
Een voorbeeld van experimentele ontwikkeling is een project waar een consortium van bedrijven werkt aan het ontwikkelen van een systeem voor het versterken van dijken. Dit hoofdzakelijk met elektrisch bouwmaterieel, om zodanig de stikstofuitstoot te minimaliseren. De betrokken partners combineren hierbij bestaande kennis met nieuwe inzichten. Dit allemaal ter versterking van het hoofddoel: het bereiken van technische verbeteringen en het ontwikkelen van nieuwe processen voor dijkversterking met elektrisch bouwmaterieel, wat nog niet grootschalig is vastgesteld.
De AGVV biedt voor Experimentele Ontwikkeling ruimte voor een maximale steunintensiteit van 25% (Deel 4, artikel 25, B5c). Daarnaast zijn verschillende opslagen mogelijk, zie het kopje Opslagen.
Haalbaarheidsstudies vormen de laatste categorie en hebben tot doel de haalbaarheid van een innovatief idee te onderzoeken voordat grootschalige investeringen worden gedaan. Het omvat het onderzoek en de analyse van het potentieel van een project, met als doel de besluitvorming te ondersteunen. Daarnaast worden kansen en risico’s in kaart gebracht, waarbij ook wordt aangegeven welke middelen nodig zijn om het project te kunnen doorvoeren en wat uiteindelijk de slaagkansen zijn.
Een voorbeeld van een haalbaarheidsstudie heeft betrekking op de ontwikkeling van een innovatief medisch scanapparaat voor de vroege detectie van neurodegeneratieve aandoeningen, zoals de ziekte van Alzheimer. De ontwikkelaar voerde een uitgebreide haalbaarheidsstudie uit om de levensvatbaarheid van het project te beoordelen en om in aanmerking te komen voor financiële ondersteuning via het Innovatiekrediet. Deze analyse omvatte technische, klinische, markt-, financiële, slagingskans-, risico-, resource-, juridische en regelgevende aspecten. De uitkomst van deze haalbaarheidsstudie hielp bij het nemen van een beslissing over de geschiktheid van het project voor het Innovatiekrediet, dat een bijdrage leverde aan de ontwikkeling van dergelijke innovatieve medische technologieën.
De AGVV biedt voor Haalbaarheidsstudies ruimte voor een maximale steunintensiteit van 50% (Deel 4, artikel 25, B5d). Daarnaast zijn verschillende opslagen mogelijk, zie het kopje Opslagen.
De steunintensiteit voor industrieel onderzoek en experimentele ontwikkeling kan worden verhoogd tot een maximale steunintensiteit van 80% van de in aanmerking komende kosten. Deze verhoging is afhankelijk van verschillende criteria, waaronder de omvang van de onderneming. Middelgrote ondernemingen ontvangen een extra 10 procentpunten, terwijl kleine ondernemingen een verhoging van 20 procentpunten krijgen. Verder kan een extra verhoging van 15 procentpunten worden toegekend onder bepaalde voorwaarden, zoals bijv. een samenwerking met een mkb’er of een brede verspreiding van projectresultaten.
Als subsidie expert begrijpen wij de complexiteit van de steunintensiteiten en kunnen we organisaties bijstaan bij het navigeren door het subsidieaanvraagproces. Wij kunnen u helpen bij het identificeren van de meest geschikte financieringsmogelijkheden voor uw projecten en u begeleiden bij het opstellen van aanvragen.
Locaties
Utrecht
Papendorpseweg 97
3528 BJ Utrecht
+31 20 676 3993
Rotterdam
Weena 686
3012 CN Rotterdam
Inschrijven nieuwsbrief
Blijf op de hoogte van het laatste nieuws rondom subsidieregelingen